Empathie: dit woord kom je vaker tegen op KROOST. Omdat het een heel belangrijk woord is als het gaat over opvoeding. Maar wat is nou eigenlijk precies empathie? En word je ermee geboren, of is het een eigenschap die je in de loop van je leven in meer of mindere mate verwerft? En als dat laatste het geval is: hoe werkt dat dan?
Empathie: onze tweede natuur
De eenvoudigste maar misschien ook wel raakste omschrijving van het woord ‘empathie’ vind ik op Wikipedia: “Empathie is een ander woord voor inlevingsvermogen, de kunde of vaardigheid om je in te leven in de gevoelens van anderen. Het woord empathie is afgeleid van het Griekse woord ἐμπάθεια (empatheia), of invoelen.”
Het gebruik van het woord ‘kunde’ doet me denken dat het iets is wat je kunt leren. Is dat nou zo?
Ons is een heleboel onzin verkocht over dat we inherent agressief zijn en voorbestemd om oorlog te voeren.
Iemand die veel betekend heeft voor het onderzoek naar de evolutie van empathie is de Nederlandse bioloog Frans de Waal, die we ook wel kennen als ‘die man van de aapjes’. Hij zegt: ‘Ons is een heleboel onzin verkocht over dat we inherent agressief zijn en voorbestemd om oorlog te voeren.’ Volgens hem is empathie echter onze tweede natuur en fundamenteel voor de menselijke soort. Daarom worden baby’s al met een basaal gevoel van empathie geboren en ontwikkelt zich dat in de jaren erna.
Het belang van hechting
John Bowlby (1907-1990), een Britse psychiater, benadrukte in zijn hechtingstheorie dat met name een sensitieve houding van de moeder voor de signalen van haar kind een veilige hechting tot stand liet komen. Volgens hem heeft het uitblijven van een goede band tussen moeder en kind in de eerste jaren van het leven een onomkeerbaar negatief effect op de geestelijke gezondheid van het kind. Maar empathie is niet uniek voor mensen: er komt steeds meer bewijs dat ook dieren, en dan met name apen, empathisch kunnen zijn.
Empathie zorgt ervoor dat mensen samen kunnen werken
Volgens De Waal zijn er twee redenen waarom empathie zich heeft ontwikkeld bij mensen. Ten eerste: om ervoor te zorgen dat we inspelen op de behoeften van onze kinderen. Als een moeder of vader immers niet goed zouden reageren op hun van honger huilende baby, zouden ze hun kind in gevaar brengen.
Ten tweede blijkt empathie broodnodig voor de mens om te overleven: empathie zorgt ervoor dat mensen samen kunnen werken, en die samenwerking wordt pas echt effectief als iedereen kan afstemmen op elkaars gemoedstoestand. Hij heeft dan ook niet zoveel op met het hedendaagse conservatisme en liberalisme: ‘Empathie en solidariteit zijn ons aangeboren, zodat het ontwerp van onze samenleving ook deze kant van de menselijke soort dient te weerspiegelen.’
De rol van oxytocine
Neuro-econoom Paul J. Zak ontdekte dat het hormoon oxytocine (dat bij vrouwen bijvoorbeeld vrijkomt als ze borstvoeding geven, maar dat ook bij mannen aanwezig is) empathie kan genereren, en sociaal engagement. Hij hield daar een mooie Ted-talk over met de titel ‘Trust, morality – and oxytocin?‘
Maar let op: grote stress kan de afgifte van oxytocine blokkeren. En dat is logisch: in een benarde situatie kan een mens zich immers niet veroorloven om begrip te hebben voor een ander! Deze laatste wetenschap heeft er mede voor gezorgd dat pedagogen steeds minder voorstander zijn geworden van het straffen van kinderen, of dat nu is met een stoutstoeltje of door ze een voorrecht te ontnemen. Kinderen kunnen tot empathische volwassenen opgroeien als zij door hun omgeving empathisch behandeld worden. Want ons empathisch vermogen is geen vaststaand gegeven, maar deels aanleg en deels hoe wij groot zijn gebracht.
Bronnen: