Kleine kinderen worden groot. En of je ze nu voor het eerst naar de crèche of middelbare school brengt: elk stapje voelt bitterzoet.
‘Heb je je agenda?’
Hij staart naar zijn mooie nieuwe rugtas. Die straks loodzwaar om zijn schouders hangt, terwijl hij door het drukke verkeer naar school fietst.
Gisteren – het was toch pas gisteren? – lag hij op mijn buik: een klein blond hoopje, met zijn bips omhoog, één oog open en een knuistje in zijn mond. Een rozig, klein hoopje mens. En moet je nu kijken. Harige benen, voeten die in mijn schoenen passen. Maar ik zie nog steeds die roze-blonde baby. Mijn kuiken.
Vandaag fietst hij voor het eerst alleen naar de middelbare school. Ik voel een brok in mijn keel, die lijkt te groeien naarmate de klok verstrijkt. Kennelijk voelt hij het ook.
‘Mam, zie ik je zo nog?’, zegt hij tegen me in de keuken. Hij kijkt bedrukt. ‘Hopelijk wel’, zeg ik. Ik moet eerst zijn broertje naar school brengen.
Hij slaat ineens zijn armen om me heen. Zijn snoet tegen mijn boezem gedrukt. Ik aai zijn heerlijk zachte blonde haar. Kus zijn kruin, die nog steeds zo zoet ruikt. Mijn baby, maar voor hoe lang nog?
We laten elkaar los, maar kijken elkaar niet aan. We voelen allebei een brok in ons keel, we voelen allebei de tranen prikken. We hoeven elkaar daarvoor niet aan te kijken; we kennen elkaar zo goed.
‘Doe je voorzichtig?’, floept er uit mijn mond, hoewel ik me nog zo had voorgenomen het niet te zeggen.
En in plaats van zijn gebruikelijke gesteun en gezucht en ‘jahaa!’ kijkt hij me even aan en zegt serieus: ‘Ja mama, ik zal heel voorzichtig zijn’.
Want we kunnen niet zonder elkaar. Maar loslaten moet, beetje voor beetje, stap voor stap. Hij weet het, ik weet het. Maar vandaag voelt het meer als scheuren.
Oh. Zo herkenbaar. Kuikentjes die, als je een jaar later dit moment, hier, nu, terug zou voelen eigenlijk nog zo heerlijk klein zijn. Bitterzoet, dat we ons niet realiseren hoe klein ze nu eigenlijk nog zijn, omdat we altijd terug kijken naar vorig jaar, twee jaar geleden, toen ze nog ‘echt’ klein waren. En dan voel je ineens die ‘scheur’. Mooi geschreven.