Sinterklaas kwam net langs ons huis, met muziekpieten van het plaatselijke muziekcorps, met dansende kinderen, sommige in een pietenpak en natuurlijk met onze lokale Sinterklaas, een man die zo plat Amsterdams praat dat niemand er over twijfelt dat het hier een hulpsint betreft.
Mijn kleuter tekent met zijn vinger een hartje in de wasem op het raam: ‘Dan weet Sinterklaas dat ik zoet ben’ zegt hij. Ik moet lachen en knuffel hem. ‘Ook als je weleens dingen doet die niet mogen, dan blijf je altijd zoet, dat verandert nooit hoor’ zeg ik hem. Zijn ogen stralen. Dat liedje had hem toch wel ongerust gemaakt.
Ik open Twitter en zie boze, verontwaardigde mensen. Ik zie verdrietige mensen. Ik zie mensen die anderen vreselijke dingen toebijten. Mensen die eisen dat zwarte piet géén racisme is en daarom zwart moet blijven. Mensen die zeggen dat het feest verpest is. Ik lees iets over demonstraties, en onder al die woede ook angst.
Een moeder schrijft dat ze niet naar de intocht durft, bang dat er rellen ontstaan. Als er één ding duidelijk is geworden door ‘ons’ kinderfeest is dat er helemaal geen ‘ons’ is. Het is ‘wij’ tegen ‘zij’. We slopen de magie uit de kinderlevens, omdat we liever vechten voor ons (on)gelijk, dan luisteren naar elkaar.
Sinterklaas heeft bittere emoties naar boven gebracht. Over het kinderfeest ligt nu een stinkende laag. Dat mogen wij volwassenen ons heel erg zwaar aanrekenen. Het gaat allang niet meer om een potje bruine of groene schminck, hier zijn heel andere, duisterder krachten aan het werk.
Wij moeten onze kinderen hun eigen feest gunnen
Mijn vader vertelde me ooit een mooi verhaal dat de magie van Sinterklaas goed demonstreert: mijn opa kwam eens naar beneden met een oud gordijn om zijn schouders, een mijter op en een beha van mijn oma onder zijn kin als baard. Mijn vader zei: ‘Wij riepen meteen ‘Dahááág Sinterklaas’! We wisten natuurlijk best dat het mijn vader was met een beha onder z’n kin en tóch waren we onder de indruk en speelden we het spel mee’.
Voor kinderen maakt het niks uit. Mijn kleuter vindt bijvoorbeeld de clownspieten het leukst (in tegenstelling tot zijn moeder, die niks van clowns moet hebben). En dat Sinterklaas vijf minuten geleden langs zijn huis in Amsterdam liep en nu op de televisie in Gouda te zien is, doet ook niets af aan zijn plezier.
De wereld verandert constant en soms doet dat pijn. Het is afscheid nemen van iets dat ons lief is, waar we zelf fijne herinneringen aan hebben. Maar wij volwassenen hebben ons feest gehad en wij moeten onze kinderen hun eigen feest gunnen.
Wij grote mensen hebben de keuze: blijven we hangen bij wat we denken te verliezen, of kunnen we de wereld door de ogen van onze kinderen zien, en begrijpen dat de magie van Sinterklaas nooit verloren gaat?
Geweldig geschreven!!
De magie is over duidelijk in mijn peuterdochter, die voor televisie kijken nooit geduld heeft, maar de Sinterklaas jouaals en intocht met open mond achter elkaar uitkijkt.
“Voor kinderen maakt het niks uit.” Wat een veralgemening. Mijn dochter van 7 zou er zich wel degelijk vragen bij stellen als ze plots blauwe of gele pieten zou zien, een piet met enkel vegen zou ik misschien nog enigszins kunnen verklaren. Een peuter zal dat verschil niet zo snel merken nee, maar voor een ouder kind kan dat soort dingen ervoor zorgen dat de magie voorbij is voor ze er zelf aan toe zijn en de ‘overgangsrite’ van het begrijpen wat fantasie is en wat echt is volledig zelf kunnen doormaken. Een piet zo zwart als roet, zonder oorbellen etc, is een mooi compromis, lijkt me.