Een half jaar duurt het nu zeker, het aftellen naar zijn vijfde verjaardag. “Ik ben in de tweede maand jarig!” Helaas voor hem ook nog eens aan het einde van die maand. Mijn schoonvader had een adventskalender over van afgelopen december. Bewaard voor zoon. We hadden bedacht dat die gebruikt kon worden voor het (ongeveer) aftellen naar zijn verjaardag.
1 Februari kon niet vroeg genoeg komen. “Mag ik al een chocolaatje?” Eindelijk was de dag dan daar en konden we écht af gaan tellen. Iedere dag een vakje openen, net als dat we in december hadden gedaan. Het openen van het vakje van die dag werd zo ongeveer het eerste om te doen iedere dag.
Gisteravond bracht ik hem, zoals gewoonlijk, naar bed. We hadden een hoofdstuk uit Dolfje Weerwolfje gelezen, lamp uit en ik bleef bij hem tot hij in slaap was.
Ineens zei hij: “ik moet nog sorry zeggen”. Ik had geen idee waar hij het over had, dus vroeg ik hem waarvoor hij dan sorry zou moeten zeggen. “Voor de vele chocolaatjes,” was zijn antwoord.
Voordat hij naar bed ging zei hij dat hij het chocolaatje van die dag nog niet had gegeten. Hij liep naar de woonkamer om het chocolaatje te halen, wat ik ietwat gek vond. De adventskalender stond eerder in de keuken. Maar ach, zijn kalender. Als hij die liever ergens anders neerzet vind ik dat ook prima.
Toen vertelde hij dat hij alle chocolaatjes tot 20 had opgegeten. Nog maar vier te gaan dus.
Ik vond het de afgelopen twee jaar al knap dat het hem gewoon lukte, iedere dag één chocolaatje. Mij lukte het vroeger niet. Dan begon ik er moedig aan, maar de chocolade ‘schreeuwde’ naar me. En dan at ik alsnog alles in een keer op.
De laatste vier chocolaatjes worden nu opgepeuzeld. Het moge duidelijk zijn waar zijn liefde voor chocolade wegkomt.