Naar buiten met dat kind!

Een baby met kniebeschermers, een verbod op fikkie stoken, een gps-tracker in de zak van een negenjarige; onze kinderen krijgen steeds minder tijd én ruimte om de wereld zelf te ontdekken.

Een slechte ontwikkeling, betoogt speeldeskundige Froukje Hajer in de Volkskrant vandaag. Bij KROOST zijn we het daar helemaal mee eens: hoe viezer een kind thuis komt (en het liefst ook met een blauwe plek of twee op de knieën), hoe beter. Annemiek interviewde voor de Amsterdamse krant Het Parool een paar jaar terug pedagoog Annet Weterings, die stelt dat minstens een uur per dag buiten spelen onmisbaar is voor de ontwikkeling van kinderen.

Dit artikel stond eerder in Het Parool

De natuur en het leven in een grote stad: het lijkt een ongelukkige combinatie.
‘De natuur is ook zon, regen, wind en grassprietjes onder je voeten. Dat voel en ruik je zodra je je neus buiten de deur steekt. Dan maakt het niet uit of je in de stad of op het platteland woont.’

Wat missen kinderen als ze te veel binnen zijn?
‘Ze missen een belangrijk deel van de wereld. Kinderen leren door hun zintuigen te gebruiken. Buiten voel je de wind, zie je de blaadjes dwarrelen, kun je met je handen in de aarde wroeten. Dat heb je binnen allemaal niet. Er is ander licht, het ruikt anders, je kunt er rennen, springen en klimmen. En het allerbelangrijkste: buiten is de omgeving niet ingericht door volwassenen. Buiten wisselt de omgeving elke dag, elk seizoen. Daardoor is er buiten meer te ontdekken, het is spannender.’

We gaan weer richting lente. Dan is het weer leuk om buiten te spelen.
‘Het is een makkelijke tijd voor opvoeders die weinig ervaring hebben met activiteiten in en met de natuur. Je kunt met je kinderen bloemzaadjes planten in een bakje en dat op de vensterbank zetten. Elke dag kijken of er al iets groeit, dat vinden kinderen prachtig. Maar contact met de natuur gaat om meer dan alleen ‘leuk’. Zowel thuis als  op scholen en kinderdagverblijven gaan opvoeders te veel uit van zichzelf.’

Binnen is het overzichtelijk, hebben ze alles onder controle. Maar je doet kinderen in hun ontwikkeling tekort als je ze de hele dag binnen houdt.

Hoe bedoelt u?
‘Volwassenen willen vooral zelf geen koude voeten krijgen. Je hoort nogal eens van ja-maartypes dat ze naar buiten gaan ‘wel belangrijk’ vinden, maar ja: te koud, te nat, te veel gedoe. Binnen is het overzichtelijk, hebben ze alles onder controle. Maar je doet kinderen in hun ontwikkeling tekort als je ze de hele dag binnen houdt. Dat geldt voor jongens misschien wel meer dan voor meisjes. Bovendien kan het kinderen echt niet schelen als ze nat en vies worden. Als je pas naar buiten gaat als het zonnig en droog is, moet je vooral heel veel wachten.’

Afgelopen winter liepen er heel wat verkleumde, huilende kinderen in het park.
‘Koop een paar goede laarzen en een warm skipak, dan kun je elke dag minstens een uur naar buiten. In Zweden gaan ze vanuit de kinderopvang met min tien nog de hele dag op pad met de kinderen. Het is maar net wat ze gewend zijn. Als het echt bar en boos is, neem je de natuur mee naar binnen: zet een bak slakken, boomschors, zand met wormen of een vaas met bloemen op tafel en kijk er samen goed naar. Hoe voelen de bloemblaadjes, welke kleur heeft de slak, hoe ruikt het zand,wat doen de wormen?’

Er is toch wel een verschil tussen binnen- en buitenkinderen?
‘In principe zijn álle kinderen buitenkinderen. Vaak heeft het meer te maken met wat je ze aanbiedt en vooral hoe je eigen houding is. Als jij enthousiast bent, zal een kind het ook sneller leuk vinden. Een kind dat buiten de hele tijd hoort dat iets niet mag of dat hij uit erop moet letten dat zijn schoenen niet vies worden, denkt al gauw: laat mij maar binnen spelen.’

U pleit ook voor buiten slapen op kinderdagverblijven.
‘In de kinderwagen slapen ze toch ook buiten? Uit onderzoek blijkt dat kinderen die overdag buiten slapen, ook ’s nachts beter slapen. Een kind krijgt geen griep van nattigheid of kou, nog zo’n misverstand. Griep krijg je door een virus. Door veel buiten te zijn bouw je juist een betere weerstand op.’

Journalist Richard Louv spreekt in zijn boek Het laatste kind in het bos van een “natuurtekortstoornis”.
‘Hij gaat ver in zijn stelling dat kinderen die te weinig buiten spelen een veel groter risico lopen op het ontwikkelen van adhd, suikerziekte en depressies. Dat klinkt boud, maar is eigenlijk heel logisch: kinderen leren door het gebruik van hun zintuigen. Als die zintuigen niet geprikkeld worden, stokt dus hun ontwikkeling. Met alle gevolgen van dien.’

Op die manier klinkt ravotten in de natuur als een verplichting.
‘Je krijgt er vanzelf plezier in als je ziet dat kinderen het fantastisch vinden.Veel mensen gaan er ten onrechte van uit dat kinderen zich in de natuur snel vervelen. Maak gebruik van wat er is. Zwaai naar je
schaduw, kijk wat groeit in de spleet van een muur, ga op zoek naar beestjes. Zelf een hut bouwen komt tegemoet aan de scheppingsdrang van kinderen, een ijzeren klimrek is fantasieloos en verveelt veel sneller. Gelukkig komen er, juist in steden, steeds meer wilde landjeswaar kinderen onbespied hun gang kunnen gaan.’

Wij willen toch ook niet dat iemand de hele tijd op onze lip zit?

Onbespied?
‘De nadruk ligt nu te vaak op veiligheid en hygiëne. Een kind mag niet vies worden, niet vallen, zichzelf geen pijn doen.We zijn zó bang dat er iets mis gaat, dat we ze angstvallig in de gaten houden. Kinderen hebben de behoefte zich terug te trekken, om buiten het vizier van volwassenen de wereld te ontdekken. Met zijn tweetjes achter de struiken of in een boom zitten, bevordert hun zelfstandigheid. Wij
willen toch ook niet dat iemand de hele tijd op onze lip zit?’

Kinderen moeten meer aanmodderen, zegt pedagoog Kees Both.
‘Hij bedoelt het liefkozend.Volwassenen moet niet te veel sturen, verbieden of corrigeren.Vraag jezelf af: wat is hier nu het ergste dat gebeuren kan? Dat ze vieze sokken krijgen? Een stevige buil op hun voorhoofd?’

Moeten we kinderen buiten helemaal hun gang laten gaan?
‘Natuurlijk mag je een kind sturen, of zelfs dingen verbieden. Het pijn
doen van dieren of vernielen om het vernielen kan echt niet. Goede begeleiding is altijd nodig. Bewust bezig zijn met wat kinderen doen, betekent goed kijken en ze laten weten wat je acceptabel vindt. Ik stoor me aan ouders en juffen die alleen maar met elkaar staan te kletsen in de buitenruimte. Observeer de kinderen, met de handen op je rug. Kijk wat ze doen, waar ze behoefte aan hebben, stimuleer ze en
stel ze vragen over wat ze zien en meemaken. En vooral ook: geef kinderen de tijd en de ruimte om zelf ideeën uit te spelen en oplossingen te verzinnen.’

Zijn er nog verschillen tussen allochtone en autochtone opvoeders?
‘Iedereen begrijpt dat frisse lucht gezond is. Sommige ouders komen uit een land waar het heel normaal is om in de natuur te spelen, andere juist weer uit een omgeving waar ze de natuur als vies en gevaarlijk beschouwen. Meestal zijn de bezwaren van praktische aard, zoals het kind dat olie in zijn kroeshaar heeft en daarom niet in de zandbak mag spelen. Maak verschillen bespreekbaar en zoek samen naar een oplossing.’

Moeten opvoeders in de stad meer moeite doen voor het portie groen
voor hun kinderen?
‘We zien dat ouders in de stad meer hun best doen om hun kinderen me de natuur in aanraking te laten komen dan ouders die de natuur om
de hoek hebben. Misschien juist omdat ze denken dat ze het gebrek aan natuur in de stad moeten compenseren. Een kind in de stad is dus
echt niet per se slechter af. Gelukkig zijn er steeds meer ouders
die, als ze hun kinderen aan het eind van de dag van het kinderdagverblijf halen en de vieze kleren en de met modder besmeurde gezichtjes zien: jij hebt een leuke dag gehad.’

 

Deel je liefde
Annemiek Verbeek
Annemiek Verbeek

Vindt van alles over van alles, maar schrijft als freelance journalist vooral over opvoeding, onderwijs en (geboorte)zorg. Probeert her en der ook wat in de praktijk te brengen op/met twee schoolgaande dochters van 10 en bijna 8 en een heerlijke peuter van 3.

Artikelen: 36

2 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ga naar de inhoud