Vroeger, dat was lachen. Dan gooiden we drie onderbroeken, een fles water en een zak chips in een rugzak en weg waren we. Natuurlijk hadden we geen geld, dus verder dan België of Frankrijk kwamen we niet. Maar leuk was het wel. Vakantie.
Tegenwoordig sta ik drie maanden van te voren lijstjes te maken, kleding te kopen, te bedenken welke zonnebrand er mee moet voor mijn bleekneuzen, de goedkoopste vakantie te bedenken (wegens best duur met z’n vieren in de zomervakantie) enzovoorts. Voorpret? Mwah.
Toen mijn oudste drie maanden oud was gingen we eens naar een huisje in het bos. Ik had dit weekendje weg voor mijn bevalling geboekt. Heerlijk leek het me: er tussenuit met mijn pasgeboren spruit, even helemaal bijkomen met mijn nieuwe gezin.
Na twee doorwaakte nachten en een baby die tegen bomen weliswaar zeer gezellig lag te babbelen, maar tegen ons een stuk prikkelbaarder was, realiseerde ik het me ineens: als ouder heb je eigenlijk nooit meer vakantie! Ik barstte in huilen uit: dit komt nooit meer goed, dacht ik.
Of je nu thuis of op de camping staat, je maakt je nog steeds zorgen, je staat nog steeds luiers te verschonen, schaafwondjes weg te kussen, tanden te poetsen, leest Rupsje Nooitgenoeg voor de tachtigste keer voor. Van ’s nachts stappen en lekker teut je bed in rollen is geen sprake meer: zorgen doe je overal en altijd.
Maar toch… mis ik het? Als ik met mijn kinderen helemaal doorregend onder de tentluifel zit te ginnegappen, als ik mijn zoon ineens achterop een tractor door het bos zie scheuren, als ik op een terras zit en twee wapperende blonde koppen op de trampoline zie springen, als ik ’s avonds in de tent tegen die ronkende mannen mag aankruipen…zou ik willen ruilen met die rugzaktiener die ik ooit was?
Voor geen geld in de wereld. Dit is de beste tijd van het jaar.
Namens het hele team van KROOST: fijne vakantie!