Suzan ziet in haar werk als tandarts dagelijks veel mensen en maakt van alles mee. Ze vertelt een verhaal uit haar praktijk, over Dennis en zijn knuffelbeer.
De toverlamp
Een paar weken geleden had Dennis (12 jaar) een afspraak bij mij. We hadden al in korte duidelijke stapjes de behandeling doorgenomen, en zouden deze keer één kies vullen, en de volgende week twee. Het ging heel soepel, al zag ik hem met z’n ogen rollen toen de assistente zei dat ze ‘de toverlamp’ gebruikte voor het uitharden van de vulling. Ik moest er om lachen en zei: ‘je hebt liever dat we de dingen gewoon zo noemen als ze zijn hè?’ Hij knikte.
Je hebt liever dat we de dingen gewoon zo noemen als ze zijn hè?
Haast
De keer erna kwam Dennis anders binnen dan ik eerder van hem gewend was. Hij plofte met een diepe zucht op de stoel. Stapte er weer uit, en ging huilend op de grond zitten. ‘Papa!’ schreeuwde hij. ‘Je weet héél goed wat er aan de hand is! Ik zei toch dat ik m’n beer nog niet had! En toch wilde je al gaan!’ Vader stamelt wat over haast, en dat hij toch had gezegd dat het bijna tijd was om te vertrekken. Eigenlijk vindt hij dat zijn zoon gewoon moet gaan zitten en zich niet zo aan moet stellen om een missende knuffel, maar zijn zoon staat duidelijk met de hakken in het zand.
Ik schat Dennis in als een kind voor wie afspraken heel belangrijk zijn, maar dat moet wel van beide kanten komen.
Hoe ver is het naar huis?
Ik schat Dennis in als een kind voor wie afspraken heel belangrijk zijn, maar dat moet wel van beide kanten komen. Zonder knuffelbeer gaat het niet lukken, hij heeft die houvast nodig. Het is allemaal al spannend genoeg.
‘Hoe ver is het naar huis?’ Vader zegt dat hij met tien minuutjes weer terug kan zijn, maar veel trek om op en neer te rijden heeft hij natuurlijk niet, heel begrijpelijk. Als ik aangeef dat ik mijn agenda dan aan ga passen, zodat we straks weer verder kunnen gaan met de behandeling pakt hij zijn autosleutels.
De kortste weg
Even later hoor ik de auto parkeren voor de praktijk. Dennis pakt z’n knuffelbeer, gaat weer in de behandelstoel zitten en drukt op de knop om de stoel naar achteren te doen, nog voordat ik op m’n kruk kan gaan zitten.
Iets later dan gepland kunnen we dus toch beginnen. De behandeling gaat net als de eerste keer vliegensvlug, precies zoals ik al hoopte. De vader ziet er ook opgelucht uit: ‘Dat ritje naar huis was inderdaad wel de kortste weg.’
Bij sommige kinderen is de gebruiksaanwijzing vooral meeleunen in de bocht, iets waar ik thuis gelukkig al veel ervaring mee heb.
Wat een topreactie! Zo kan het dus ook… 🙂
Mijn (gespecialiseerde!) kindertandarts zei tegen mijn oudste “dat doet geen zeer. En nu even meewerken anders moet mama maar even op de gang wachten”.
Tssk.
Echt waar?!
Ja, echt waar.
Dat was dus exit kindertandarts.