Geboren Pestkoppen

Het is te gemakkelijk en heel verleidelijk om pestkoppen te veroordelen vanwege hun pestgedrag, stelt psycholoog Robin Grille. In dit artikel geeft hij weer hoe geweld in de vorm van pesten ontstaat en hoe slachtoffers van pesten én pestkoppen geholpen kunnen worden. Hierdoor wordt ook duidelijk hoe we pesten in de toekomst kunnen helpen voorkomen. 

Onlangs was er veel media-aandacht voor het fenomeen ‘pesten op school’, en dat is het vieren waard. Eindelijk begint onze wereld het lot van kinderen, zij die de minste macht hebben in onze samenleving, serieus te nemen. De initiatieven die op diverse scholen gestalte krijgen, zijn zo ontworpen dat men in probleemsituaties kan ingrijpen door zichtbaar te maken wie de pestkoppen en wie hun slachtoffers zijn. Daarna wordt er advies en training gegeven ten behoeve van effectievere sociale vaardigheden. Er zijn programma’s ontwikkeld om pestkoppen op school alternatieve gedragspatronen, meer impulscontrole, conflictoplossende en onderhandelingsvaardigheden aan te leren. De slachtoffers van pesten worden gesteund en beschermd en krijgen, indien praktisch haalbaar, een weerbaarheidstraining.

Hoewel deze symptoomgerichte benadering een aantal gunstige effecten oplevert, is het slechts een gedeeltelijke oplossing van het probleem. Als we pogingen ondernemen om geweld van scholen te verdrijven door ons uitsluitend te richten op het aanpakken van de pestkop, veronderstellen we wellicht dat hij of zij het ‘slechte kind’ is, dé aanstichter van het geweld. Het is te gemakkelijk en heel verleidelijk om pestkoppen te veroordelen vanwege hun pestgedrag. We pikken zo’n kind eruit, labelen het als kind met een gedragsprobleem, of wellicht een aandachtsstoornis. De kans is aanwezig dat iemand ergens in een laboratorium op zoek is naar een ‘pestgen’. Wellicht zullen zelfs farmaceutische bedrijven zoeken naar een biochemische verklaring voor pesten: “Wat zullen onze aandeelhouders opkijken als ze horen dat we een regulerend medicijn voor pestkinderen hebben ontwikkeld!”

Dit kind werd op de één of andere manier pijn gedaan en reageert die pijn nu af op anderen

Als we een kind dat anderen pijn doet, de volledige verantwoordelijkheid geven voor het agressieve gedrag, is dat een vorm van wraak; op die manier pesten wij de pestkop. In feite negeren we dan nog een keer dat een pestkop lijdt; dit kind werd op de één of andere manier pijn gedaan en reageert die pijn nu af op anderen. De realiteit is dat geweld niet voortkomt uit individuen; geweld is een symptoom van gezinnen die het moeilijk hebben, misschien wel met gezinsleden die elkáár pijn doen.

Als we geloven dat betere sociale vaardigheden aangeleerd kunnen worden, kunnen we er niet omheen dat gewelddadige trekken ook worden aangeleerd. Dit kan ongemakkelijk zijn voor mensen die het idee koesteren dat mensen nu eenmaal met een ‘slechte’ natuur worden geboren. Een groot aantal onderzoeken, wereldwijd herhaaldelijk opnieuw gedaan, heeft aangetoond dat geweld thuis (zowel fysiek als verbaal) gewelddadige kinderen voortbrengt. In een Australisch onderzoek werd een verband gevonden tussen disfunctionele gezinnen en gewelddadige kinderen (Rigby K, Journal of Family Therapy, mei 1994). Er zijn weinig ideeën die zoveel steun krijgen vanuit de onderzoeksliteratuur, en toch is er verbazingwekkend genoeg weinig aandacht voor de gezinnen waarin pestkoppen opgroeien.

Pesten is het best uit te leggen als een vorm van aangepast gedrag, dat voordelen oplevert binnen een bepaalde gezinscultuur. Een studie door A.C. Baldry en D.P. Farrinton, gepubliceerd in de Journal of Legal and Criminological Psychology (september 1998), onderzocht 11-14 jarige schoolkinderen die zichzelf als pestkop en/of slachtoffer hadden betiteld. Beide typen kinderen kwamen uit gezinnen waar een autoritaire opvoedstijl werd gehanteerd. Dat is zo’n stijl van: “Doe wat je wordt opgedragen, want anders zwaait er wat! Geen vragen!” Een autoritaire opvoedstijl wordt gekenmerkt door straffen, door een onwrikbaar machtsverschil in het voordeel van de ouders, en door het ontbreken van uitleg, onderhandeling of overleg.

De sociale leertheorie is een algemene stroming binnen de psychologie, die ervan uitgaat dat gewelddadig gedrag wordt aangeleerd. Ondersteund door een enorme hoeveelheid aan onderzoeksgegevens verklaren voorstanders van de sociale leertheorie dat kinderen voornamelijk geweld aanleren door gewelddadige rolmodellen te imiteren. Dit betekent dat ouders die gebruik maken van lijfstraffen of verbale mishandeling om hun kinderen ‘onder controle te houden’, onbewust fungeren als primaire rolmodellen voor pestgedrag (Bandura 1973, Baron 1977). Andere gewelddadige rolmodellen, de secundaire bronnen, zijn bijvoorbeeld oudere broers en zussen, geweld in de media, leeftijdsgenoten en zelfs leerkrachten. Spatz-Wisdom maakte een gedegen analyse van studies waarbij was onderzocht of geweld transgenerationeel is. Zij vond substantiële steun voor de opvatting dat geweld wordt voortgebracht door geweld. Er zijn maar weinig zaken waarover psychologen het over de gehele linie zo eens zijn met elkaar. Het verband geldt zelfs voor verbaal geweld, zoals onderzoekers (Y.M.) Vissing et al. (artikel in: “Child Abuse and Neglect”, 1991) ontdekten. Uit hun onderzoek bleek dat kinderen die thuis meer verbaal geweld te verduren hadden gehad (die werden uitgescholden of beledigd) in hogere mate crimineel gedrag vertoonden en agressiever waren tegenover anderen.

De lijst met resultaten is oneindig lang, met onderzoeken zoals dat van McCord’s (1979) onder 230 jongens. Daaruit bleek dat de onderzoeker in 3/4 van de gevallen in staat was om crimineel gedrag nauwkeurig te voorspellen op basis van een gewelddadige opvoeding. Sheline et al. (1994) ontdekten dat de ‘gedragsproblemen’ bij basisschooljongens consequent terug te voeren waren op een gebrek aan genegenheid van de ouders, en op het gebruik door die ouders van lichamelijke vormen van straf, zoals slaan. In een onderzoek onder 570 Duitse gezinnen vonden Muller et al. (1995) een direct verband tussen strenge straffen en antisociaal gedrag bij kinderen.

Het is niet moeilijk om te begrijpen waarom kinderen die lijfstraffen krijgen, pestkoppen kunnen worden

Onlangs heeft psycholoog Elizabeth Gersoff (2002) de enorme taak op zich genomen om alle onderzoeken te verzamelen (88 in totaal) die de afgelopen 60 jaar zijn gedaan naar de effecten van lijfstraffen. Ze richtte zich uitsluitend op studies die gebruikelijke vormen van slaag in beschouwing namen; studies die zich richtten op vormen van slaag die lichamelijk schade veroorzaken of die wettelijk verboden zijn, werden uitgesloten. Het bewijs dat zij in al deze onderzoeken vond, was eenduidig en overweldigend: zelfs gebruikelijke vormen van slaag kunnen kinderen agressiever maken. We kunnen onszelf daarom niet langer voorhouden dat de gebruikelijke vormen van slaag niet gewelddadig zijn, omdat deze maar al te vaak leiden tot agressiever gedrag bij kinderen.

Het is niet moeilijk om te begrijpen waarom kinderen die lijfstraffen krijgen, pestkoppen kunnen worden. Al in 1977 concludeerden onderzoekspsychologen Walters en Grusec ‘dat fysieke straffen… leiden tot toename van agressief gedrag, en dat het mechanisme voor deze toename imitatie is’ (Walters en Grusec 1977). Onbewust fungeert de ouder die slaat of tikken uitdeelt als een rolmodel voor agressief gedrag. Hoe dit werkt, werd op een vernuftige manier gedemonstreerd door middel van een serie experimenten waarover wordt gerapporteerd in Bandura’s boek uit 1973: ‘Agression: A Social Learning Analysis’. Deze experimenten lieten op illustratieve wijze zien hoe kinderen volwassenen imiteerden, die op een gewelddadige manier met poppen omgingen.

Om te zorgen dat voorbeeldgedrag effectief wordt doorgegeven, moet aan drie voorwaarden worden voldaan. Ten eerste zijn kinderen sterker geneigd rolmodellen na te doen tegen wie ze opkijken of van wie ze houden. Daarom zijn ouders zulke krachtige voorbeeldfiguren. Ten tweede wordt het gedrag van het rolmodel vaker nagedaan als dat gedrag succesvol blijkt. Met andere woorden, de overtuiging dat degene die de macht heeft, gelijk heeft en in zijn recht staat, wordt doorgegeven als degene die fysiek straft, erin slaagt het gedrag van een kind te veranderen, terwijl het machtsgebruik door niemand ter discussie wordt gesteld. De derde voorwaarde voor overdracht van voorbeeldgedrag aan kinderen is dat het gebruik van geweld gerechtvaardigd en bekrachtigd wordt. Anders gezegd is het dus zo dat kinderen meer geneigd zijn agressief gedrag te vertonen wanneer ze ervan overtuigd zijn dat de hardvochtige straf ‘verdiend’ is.

Het is aangetoond dat gewelddadige kinderen uit gewelddadige of verwaarlozende gezinnen komen. Daarover is inmiddels genoeg gezegd. Toch gaat slechts ongeveer de helft van de mishandelde kinderen zelf over tot mishandeling. Hoe komt dat? Degenen die ervan overtuigd zijn dat zij verbaal of fysiek geweld ‘verdienden’, zijn degenen die zelf opmerkelijk vaker gewelddadig zijn. Dit geldt ook wanneer men getuige is geweest van geweld jegens anderen. Bandura (1973) refereert aan een onderzoek waaruit bleek dat kinderen veel vaker gewelddadig gedrag imiteerden dat zij zagen in video’s, als dergelijk gedrag werd goedgekeurd door een volwassene, minder vaak wanneer de volwassene geen commentaar gaf, en nog minder als de volwassene zich afkeurend uitliet over het gewelddadige gedrag in de video. Kinderen die opgroeien in de overtuiging dat de slaag die ze krijgen hun verdiende loon is, vinden geweld in het algemeen meer acceptabel en worden er ongevoeliger voor. Zij zijn degenen bij wie de kans het grootst is dat ze zelf gaan pesten, slachtoffer worden, of allebei.

Een neveneffect van streng straffen is dat het mensen ongevoelig maakt voor hun eigen pijn, en daarmee ook voor de pijn van anderen. Dit proces, dat leidt tot ongevoeligheid voor geweld, is wat de drempel voor het uitoefenen van geweld aanzienlijk verlaagt. Het ongevoelig worden voor geweld begint wanneer een kind dat wordt gelabeld als ‘stout’ of ‘slecht’, deze beschuldigingen en aanvallen op zijn persoonlijkheid gelooft. Over de geestelijke wonden die worden veroorzaakt, groeit een dikke huid, die de diepte van de onderliggende pijn verhult. De pijn en het verraad worden bedekt, geminimaliseerd, gebagatelliseerd, of ontkend. Gevoelloosheid voor de eigen pijn brengt onverschilligheid voor de pijn van anderen met zich mee. Diegenen bij wie de woede overkookt, worden pestkoppen en zij die door angst worden verlamd, worden slachtoffers. Anderen zweven er tussenin; zij zijn geneigd tot vergelding en ze geloven dat gebruik van macht gerechtvaardigd is. Velen onder ons werden als kind gestraft en geslagen; eenmaal volwassen doen we daar luchtig over of beweren we onverschillig: “Het heeft me geen kwaad gedaan!”

De mate waarin volwassenen de neiging hebben het geweld dat ze als kind moesten ondergaan recht te praten of te minimaliseren, wordt huiveringwekkend duidelijk in onderzoek zoals dat van Berger et al. (1988) en Knutson en Selner (1994). Uit deze onderzoeken bleek dat van de deelnemers bij wie was gerapporteerd dat zij zó ernstig waren gestraft in hun kindertijd, dat zelfs ziekenhuisopname nodig was, slechts 43% en 60% (respectievelijk) zichzelf als mishandeld beschouwden. Daarentegen ontdekten Hunter en Kilstrom (1979) dat mensen die openlijk hun woede toonden over het misbruik waaronder zij als kind hadden geleden, statistisch minder geneigd waren het misbruik op anderen over te dragen. Kinderen die geslagen zijn en dus kans hebben om zelf te gaan pesten of het verkeerde pad op te gaan, kunnen worden geholpen door deze kinderen expliciet duidelijk te maken dat de slagen en afranselingen die ze kregen verkeerd waren en dat zij dat geweld niet hebben verdiend.

We moeten goed begrijpen dat pestgedrag een reactie is op machteloosheid

Een holistische en daarmee effectievere manier voor de ‘aanpak’ van pestkoppen op scholen zou zijn om met mededogen de omgeving te onderzoeken waarbinnen het geweld werd aangeleerd. Daarna kan men aan de slag gaan om in samenwerking met de betreffende familieleden de dynamiek in de gezinsomgeving te veranderen. Als geweld aangepast gedrag is dat binnen het gezin werd geleerd, is het onzinnig een pestkop te leren om geen geweld te gebruiken, met vervolgens als enige maatregel hem/haar terug te sturen naar diezelfde omgeving, terwijl zo’n kind niet bij machte is om die omgeving te veranderen. We moeten goed begrijpen dat pestgedrag een reactie is op machteloosheid. Het duiden van pestkoppen als daders is oppervlakkig, want in feite zijn zij slachtoffers. Er is een fundamentele verandering nodig van de manier waarop zo’n gezin functioneert. Die verandering kan worden gerealiseerd door alternatieve vaardigheden aan te reiken voor de autoritaire, straffende machtsmethoden waarmee men in deze gezinnen met kinderen omgaat.

Modellen uit de gezinstherapie die zijn gebaseerd op de Systeemtheorie zijn niet-beschuldigend; ze herkennen en erkennen dat elk familielid zijn of haar best doet met de capaciteiten en hulpmiddelen waarover de betreffende persoon beschikt. Nieuwe opties voor doeltreffender interactievaardigheden kunnen worden aangeleerd, zonder dat er iemand wordt beschuldigd. Waarom maken we er geen beleid van om ouders en verzorgers van pestkoppen standaard op school uit te nodigen? De uitdaging zou zijn om helder te krijgen op welke gebieden ouders steun kunnen gebruiken in stressvolle situaties, hen te trainen in assertieve en niet-autoritaire ouderschapsvaardigheden, en om deze ouders te bekrachtigen in hun ouderlijke rol door hen op basis van samenwerking te betrekken bij de programma’s die worden aangereikt ter ondersteuning van hun kinderen.

Zolang vormen van geweld in het gezin worden goedgekeurd, zullen er pestkoppen zijn

Zolang vormen van geweld in het gezin worden goedgekeurd, zullen er pestkoppen zijn: pestkoppen op scholen, pestkoppen in het zakenleven, pestkoppen in de politiek. Tot dan zullen er ook slachtoffers zijn. Dit is geen onontkoombaar fenomeen; dit is het resultaat van menselijk handelen in de geschiedenis. Historici en antropologen hebben onlangs ontdekt dat tot voor kort, gedurende het grootste deel van de menselijke geschiedenis, kinderen extreem gewelddadig werden behandeld (De Mause 1982 en 1988, Blaffer-Hrdy 2001, Boswell 1988). Het is dan ook geen wonder dat geweld zich in zovele gedaanten manifesteert, in elke leeftijdsgroep, en dat de meesten van ons bij vlagen de mist in gaan door onze kinderen gewelddadig te bejegenen, zelfs als we naar geweldloosheid streven.

Het goede nieuws is dat slaan, tikken en verbaal mishandelen van kinderen wereldwijd op hun retour zijn. Tot nu toe zijn er meer dan 10 landen die lijfstraffen in het gezin wettelijk hebben verboden, en nog veel meer landen zijn dat van plan. In de meeste landen is het gebruik van lijfstraffen op scholen inmiddels verboden. Uit een peiling door Gelles en Straus (Journal of Interpersonal Violence, June 1987) bleek dat ondanks dat geweld tegen kinderen nog steeds extreem vaak voorkomt in de VS, het percentage tussen 1975 en 1985 toch met 47% is gedaald. Dit soort ontwikkelingen zijn reden om optimistisch te zijn over het idee dat pesten uiteindelijk een zeldzamer fenomeen zal worden. Deze vooruitgang kan worden versneld als we onszelf blijven herinneren aan het feit dat elke pestkop die we tegenkomen, iemand is die zelf wordt of werd gepest. Daarom is het belangrijk dat we bereid zijn het systeem aan te pakken, in plaats van de symptomen.

Oorspronkelijke titel: Natural Born Bullies (2003)
Auteur: Robin Grille
Nederlandse vertaling: Mieke Bijsterbosch, Marianne Vanderveen-Kolkena en Heleen Bos (2017)

Bronnen:

Baldry, AC and Farrington DP (1998) ‘Parenting Influences on Bullying and Victimisation’ Journal of Legal and Criminological Psychology Vol 3(2) pp. 237-254

Bandura, A (1973) Aggression: A Social Learning Analysis New Jersey: Prentice Hall

Baron, RA (1977) Human Aggression NY: Plenum Press

Berger, AM et al. (1988) ‘The Self-Report of Punitive Childhood Experiences of Young Adults and Adolescents’ Child Abuse and Neglect Vol 12 pp. 251-262

Berkowitz, L (1993) Aggression, it’s Causes, Consequences and Control NY: McGraw-Hill

Blaffer-Hrdy, Sarah (2001) Mother Nature

Boswell, John (1988) ‘The Kindness of Strangers – The Abandonment of Children in Western Europe from Late Antiquity to the Renaissance’ New York: Pantheon Books

De Mause, Lloyd (1982) Foundations of Psycho-History Creative Roots Inc. New York

De Mause, Lloyd (Ed) (1988) ‘The History of Childhood – The Untold Story of Child Abuse’ Peter Bedrick Books, New York

Gelles, RJ and Straus MA (1987) ‘Is Violence Toward Children Increasing?’ Journal of Interpersonal Violence Vol 2(2) pp. 212-222

Gershoff, Elizabeth (2002) ‘Corporal Punishment by Parents and Associated Child Behaviours and Experiences: A Meta-Analytic and Theoretical Review’ Psychological Bulletin Vol 128(4) p. 539-579

Hunter and Kilstrom (1979) (Reviewed in Spatz-Widom article)

Knutson, JF and Selner, MB (1994) ‘Punitive Childhood Experiences Reported by Young Adults Over a 10-year Period’ Child Abuse and Neglect Vol 18(2) pp. 155-166

Muller, RT et al. (1995) ‘The Interpersonal Transmission of Corporal Punishment: A Comparison of Social Learning and Temperament Models’ Child Abuse and Neglect Vol 19(11) pp. 1323-1335

Rigby, K (1994) ‘Psychological Functioning in Families of Australian adolescent schoolchildren involved in bully-victim problems’ Journal of Family Therapy Vol 16(2) pp.173-187

Sheline JL et al. (1994) ‘Risk Factors for Violent Behaviour in Elementary School Boys: Have You Hugged Your Child Today? American Journal of Public Health Vol 84(4) pp. 661-663

Spatz Widom, C (1989) ‘Does Violence Beget Violence? A Critical Examination of the Literature’ Psychological Bulletin Vol 106(1) pp. 3-28

Vissing, YM et al. (1991) ‘Verbal Aggression by Parents and Psychological Problems of Children’ Child Abuse and Neglect Vol 15(3) pp. 223-238

Walters, GC and Grusec, JE (1977) Punishment San Francisco: WH Freeman

Robin Grille is een psycholoog met een privépraktijk in Sydney, Australië, waar hij individuele psychotherapie en relatietherapie biedt. Robin geeft lezingen en onderwijs over ouderschap over de hele wereld, onder andere sprak hij op de conferentie van Unicef UK in 2015. De artikelen die Robin Grille schrijft worden wereldwijd gelezen. Hij schreef 2 boeken: Heart-to-heart Parenting en Parenting for a Peaceful World en hij schrijft momenteel zijn derde boek ‘Inner Child Journeys’. De websites van Robin Grille zijn te vinden via de volgende links: www.hearttoheartparenting.org en www.our-emotional-health.com.

 

 

Standaard afbeelding
Heleen Bos
Heleen is moeder van een meisje van 7 en woont in Ede. Ze werkt als Gordon trainer en verpleegkundige. Ze heeft een diep verlangen dat een responsieve en sensitieve bejegening van kinderen meer voet aan de grond krijgt in ons land en de hele wereld.
Artikelen: 7

4 reacties

  1. Mooi Artikel!
    Het zou waardevol zijn wanneer ouders trainingen krijgen aangeboden (bv. via school), waarin zij leren HOE aan hun kind begrip te tonen én realistische grenzen te stellen. Bijv. middels de training “Effectief Communiceren met Kinderen van Thomas Gordon.

    • Hoi Christien, ik denk ook dat het belangrijk is dat men over oorzaken van dit soort geweld wordt geïnformeerd, om het te kunnen voorkomen. Ik sprak iemand die “zoiets nog nooit had gehoord”. ~ Heleen

Geef een reactie

slot pro jepang